Dit rapport is een initiatief van de stichting Vrouwen in Beeld, in samenwerking met de Universiteit Utrecht en kwam mede tot stand dankzij steun van het CFAP.
Jarenlang werd er nauwelijks aandacht besteed aan de arbeidsmarktpositie van vrouwen in de film- en televisiesector. Iedereen dacht: ‘dat zal hier wel goed zitten’. Maar nu die cijfers zijn verzameld en geanalyseerd, blijkt er over de hele linie een duidelijk gebrek aan gendergelijkheid in de AV-sector: gemeten over een periode van 10 jaar blijken mannen bij alle functies, behalve bij research, in de meerderheid te zijn. In de functie productie, is het aandeel vrouwen ongeveer een derde.
Waarom moest dit rapport er komen?
Omdat we merkten dat we telkens tegen dezelfde problemen aanliepen als we het gesprek over genderdiversiteit in de sector wilden aangaan. Namelijk: de veronderstelling dat het in het geëmancipeerde Nederland wel goed zou zitten. Wij hadden natuurlijk al een sterk vermoeden dat deze aanname niet klopt, alleen waren de cijfers er niet om het te ontkrachten. Je kunt het gesprek over dit onderwerp niet aangaan als de cijfers ontbreken. Dus zijn we zelf maar aan de slag gegaan
Hoe pak je zo’n ambitieus project aan?
Wij hebben als stichting aan de Universiteit Utrecht gevraagd onderzoek te doen naar genderdiversiteit in de film- en televisiesector. Hiervoor hebben wij een bijdrage gekregen van het CFAP, het Filmfonds en Creative Europe Desk NL. Data voor ons onderzoek ontvingen we van onder meer het Filmfonds, IDFA en de NPO. Daarnaast hebben wij als stichting Vrouwen in Beeld zelf uitgebreid research gedaan in andere databases. Het probleem is niet dat de data er niet zijn, maar dat ze nooit bij elkaar zijn gebracht. Daarna hebben wij een onderzoeksvraag geformuleerd, mogelijke conclusies opgesteld en dit samen met het onderzoeksvoorstel gedeeld met de fondsen.
Het rapport is er nu. Hoe erg is het gesteld?
De data tonen aan dat de ongelijkheid enorm is. Neem bijvoorbeeld de cameravrouwen. Nederland telt enorm veel talentvolle cameravrouwen, maar dat zie je niet terug in de cijfers over participatie in de sector. Hoe omvangrijker de productie, hoe minder vrouwen als heads of department betrokken zijn. Maar dit rapport is niet bedoeld als reprimande of beschuldigende vinger. Zie het als een nulmeting. De data zijn nu geanalyseerd en hierover moeten wij, met de hele sector, het gesprek aangaan.
Is die dialoog de logische vervolgstap?
Wij kunnen dit met de stichting Vrouwen in Beeld wel aanjagen; met ideeën komen of de vergelijking met het buitenland maken, maar om oplossingen aan te dragen moet je eerst weten waar het probleem vandaan komt. Daar kunnen we met dit rapport nog geen antwoord op geven. We hebben de data verzameld – een monnikenwerk! – en met die cijfers in de hand kunnen we opnieuw de dialoog opstarten. Dit doen wij als stichting bijvoorbeeld door op 28 april een NFF Extended conferentie in EYE te organiseren. Een mooie gelegenheid om daarmee te starten!
Klik hier voor meer informatie.